Testfase
Inhoud
-
Concept test.
-
Visual test.
-
Lo-fi prototype A/B/C test.
-
Hi-fi prototype user-test.
Competenties die aan bod komen

Emphatie

Samenwerken

Onderzoeken

Evalueren van ontwerp
resultaten

Proffesionaliseren
Concept test
In het stuk concepting kan je teruglezen hoe de concept posters tot stand zijn gekomen. Deze 3 concepten (zie figuur 7) wil ik graag testen bij de doelgroep. Om te kijken welk concept hen het meeste aanspreekt. Ik heb bij Brainport Assembly en Bufab Floss afspraken staan om deze concepten met hun werknemers en leidinggevende te testen. De testpersonen zijn: Ton Bennenbroek, Tobias Boekholt, Bart Somers, Jan Bazelmans, Jeffery Schuurman en Jeroen Verstappen.
​
Mijn taak is om de 3 concepten (zie figuur 7) zo goed mogelijk uit te leggen. Zodat de testers uit zichzelf een mening kunnen vormen over ieder conceptidee. Ik wil ze zo min mogelijk sturen. Aan het einde van de test bij beide bedrijven, wil ik graag het meest gekozen concept verder uitwerken. Voorafgaand aan de test heb ik een testplan opgesteld (lees het testplan in de bijlagen). De concepten wil ik gaan testen doormiddel van A/B/C testing.
Met de A/B/C test wil ik te weten komen welke Tone of Voice de doelgroep aanspreekt en begrijpt. Daarnaast ben ik nieuwsgierig welke lees/opdrachten stijl aansluit bij de werknemers. Lezen zij graag veel of willen ze juist een beeldende uitleg in de vorm van bijvoorbeeld een video.
​
Tijdens mijn test heb ik de concepten uitgelegd aan de hand van de concept posters. Deze heb ik samengevoegd met de anderen testen in Figma (zie bijlagen). Per poster heb ik uitgelegd wat de pluspunten zijn aan dit concept. Vervolgens heb ik aan de werknemer/leidinggevende gevraagd met welk concept zij het liefste wilden werken. Het overgrote deel van de testpersonen kozen voor concept 2 “wij helpen je om een fijne werkplek te maken voor jezelf”. Vervolgens plaatste ik de ster sticker op de gekozen conceptposter en vroeg ik waarom hij/zij hiervoor had gekozen.



Figuur 7: 3 concept posters.
De werknemers kozen voor dit concept omdat je je eigen mening kan geven, over verschillende onderwerpen op de werkvloer. Daarnaast vinden ze het wel fijn om begeleid te worden in het proces en samen met het management de werkplek fijner te maken. Als je kijkt naar de invulling van de opdrachten en de manier van uitleggen. Vinden ze het fijn om uitleg te krijgen in video’s in plaats van lappen tekst. Dit komt omdat ze aangeven last te hebben van ADD, concentratieproblemen, dyslexie en autisme. De leidinggevende ziet concept 2 ook als best passende oplossing voor de werknemers. Er zijn namelijk ook veel werknemers die slecht de Nederlandse taal kunnen. Ook wil hij graag zoveel mogelijk input krijgen van de werknemers, over verschillende punten (lees het gehele verslag over de testresultaten in de bijlagen).
Door het testen van mijn concept ideeën ben ik te weten gekomen welk concept het beste aansluit bij de doelgroep (MBO-werknemers). Ze kiezen voor het concept dat volgens de onderzoeken het beste aan zou sluiten. De tone-of-voice van dit concept is ook erg positief, waardoor je de nadruk van je werkplek verbeteren veranderd in je werkplek samen met het management fijner maken. Positiviteit is een belangrijk aspect voor de cursus. Hierdoor zorg je ervoor dat de werknemers, met motivatie de opdrachten volbrengen.
​
Als ik terugkijk op de test, ben ik erg tevreden met het uiteindelijke concept. Dit sluit goed aan bij de doelgroep, niet alleen volgens de statistieken maar ook naar de mening van de werknemers zelf. Daarnaast is het maken van posters is een handige tool, om je concepten goed te kunnen presenteren en testen. Deze manier van presenteren gebruik ik nu sinds het tweede jaar op school. Het maakt een concept beeldend waardoor mensen zich beter kunnen inleven in je ideeën. Volgende keer als ik een concept maak wil ik deze zeker verder uitwerken op deze manier.

Figuur 38: Testlocatie bij Bufab Floss.
Bronnen en bijlagen
Lo-fi prototype A/B/C test
Voor het eerste gesprek met de doelgroep wilde ik graag naast de interviews (lees hier over de interviews) mijn Lo-fi prototype met de doelgroep testen. Om er zo achter te komen welke lees en opdracht vorm het beste aansluit bij de MBO-werknemers. De testpersonen zijn: Ton Bennenbroek, Tobias Boekholt, Bart Somers, Jan Bazelmans, Jeffery Schuurman en Jeroen Verstappen.
​
Bij het doen van deze test wil ik erachter komen welke manier van aanspreken en opdrachten uitvoeren het beste bij de doelgroep past. Welke versie is duidelijk en geeft hun inzicht, in de taak die ze moeten uitvoeren gedurende de cursus?
Ik heb gekozen om hiervoor een A/B/C test te gebruiken. Zo kunnen de MBO-werknemers per onderdeel aangeven waar zij het liefste mee werken. De schermen verschillen veel van elkaar in inhoud/ hoeveelheid tekst (zie alle schermen in bijlagen). Tijdens mijn literatuuronderzoek heb ik veel gelezen dat video’s en korte doe opdrachten goed werken bij mensen met een MBO-1/2/3/4 niveau. Daarom heb ik het ene scherm vormgegeven met weinig tekst en het andere scherm langere teksten verwerkt.

Figuur 39: testonderdeel manier van aanspreken.
Om de mening van de werknemers duidelijk in beeld te brengen heb ik een Figma test document aangemaakt met daarin verschillende A/B/C schermen, gestructureerd op thema. Deze schermen kunnen beoordeeld worden met blije (groene) en verdrietige (rode) smiley’s. Rene gaf mij deze leuke tip, die ik goed kan gebruiken in mijn A/B/C testen. De kleuren groen en rood heb ik er later aan toegevoegd. Waardoor het contrast beter duidelijk wordt.
Tijdens de test vonden de werknemers het lastig om meteen hun mening te geven. Om hen meer op hun gemak te stellen, heb ik vragen geformuleerd zoals: “wil je graag zelf kiezen met welke thema’s je begint of heb je liever dat deze al samengesteld zijn?”. Hierdoor konden ze wel een keuze maken. Ik merkte bijvoorbeeld bij het onderdeel ‘beginscherm’ (zie figuur 39 hierboven) dat veel werknemers kozen voor het eerste scherm omdat ze daar een overzicht kregen van de thema’s, maar als ik vroeg of ze zelf de onderwerpen wilden bepalen kreeg ik het antwoord: “niet per se”. Vandaar de twee groene smiley’s.

Figuur 40: testonderdeel manier van uitleggen.
Een ander opvallend onderwerp is de manier van uitleggen (zie figuur 40 hierboven). De meerderheid van de doelgroep koos voor het krijgen van de uitlegvideo. Waarna ik heb gevraagd waarop deze keuze is gebaseerd kreeg ik te horen dat veel van de werknemers kampten met concentratieproblemen, ADD, ADHD, dyslexie en er waren medewerkers die slecht Nederlands konden. Daarom was het voor hen makkelijker om uitleg te krijgen doormiddel van een video in plaats van een lap met tekst.
​
Het resultaat zijn keuzes in een bepaald soort opdracht/ uitlegsvorm. Nu ik weet welke Lo-fi prototype schermen goed bij de doelgroep aansluiten, maar ook vooral welke schermen niet passend zijn.
Ook is het erg belangrijk om rekening te houden met de volgende punten:
-Werknemers kampen met concentratieproblemen, ADD, ADHD, dyslexie, er zijn ook werknemers die slecht de Nederlandse taal kunnen.
-Korte opdrachten zijn fijn, om hun mening te kunnen geven over verschillende onderwerpen.
(Lees het gehele uitkomsten verslag in de bijlagen).
De bestaande schermen en opdrachten kan ik nu verder gaan ontwikkelen tot Mid-fi schermen.
​
Door het uitvoeren van deze test heb ik geleerd om de doelgroep op zijn/haar gemak te stellen en vragen anders te formuleren (mochten ze het niet meteen begrijpen). Ook de beoordelingsvorm van de smiley’s vond ik een leuk alternatief. Uit de gesprekken zijn veel resultaten gekomen waarmee ik mooie vervolgstappen kan maken.
Bronnen en bijlagen
Visual style test
Een paar dagen voor de eerste gesprekken met de doelgroep, werd er aan mij gevraagd om visuals te maken waarmee de keuze voor de vormgeving, getest kon worden. Omdat ik twee keer langs mag komen bij elk bedrijf, is het goed om zo veel mogelijk te testen. De vormgeving heeft natuurlijk invloed op het Hi-fi ontwerp dat ik bij de tweede afspraak wil gaan testen. De testpersonen zijn: Ton Bennenbroek, Tobias Boekholt, Bart Somers, Jan Bazelmans, Jeffery Schuurman en Jeroen Verstappen.
Vervolgens heb ik gekozen om mijn gemaakte visuals (zie figuur 27 hieronder) te testen bij de doelgroep doormiddel van A/B/C testing. Dit is fijn omdat er dan een duidelijke keuze gemaakt kan worden tussen 3 verschillende stijlen.
Na afloop van de test wil ik een style hebben, die ik verder uit kan gaan werken. Ik ga pijlen bij de doelgroep welke style zij het beste bij de cursus vinden passen. Het gaat hierbij niet alleen om de looks, maar ook om het gevoel dat een bepaalde style losmaakt. Tijdens het testen probeer ik te zorgen dat de doelgroep niet beïnvloed wordt met mijn persoonlijke voorkeur. Daarom stel ik bij ieder de vraag: “Welke style zou jij kiezen voor de cursus en waarom?”.




Figuur 27: 3 style visuals.
Om aan te kunnen geven welk concept de werknemers het beste vinden heb ik sterstickers gebruikt. Deze maken het kiezen voor een ontwerp leuker, voor de werknemers. Ook vraag ik elke keer naar feedback op de andere stijlen. Waarom kies je voor deze style en wat vond je minder goed aan de andere stylen. Zo kwam er bijvoorbeeld van een werknemer het antwoord: “de derde (blauwe) visual vind ik erg druk. Ik heb ADD en bij deze vormgeving kan ik mij niet goed focussen op bijvoorbeeld een opdracht”-Tobias Boekholt- (zie het uitkomsten verslag in de bijlagen).
Een leidinggevend kwam met de feedback dat de mensen in de tweede visual onbekenden voor hem waren. “Hier kunnen de werknemers zich niet in herkennen”-Ton Bennenbroek-.
Bij de groene visual kan iedereen zich in het beeld verplaatsen. Daarom lijkt het mij interessant om meer te werken met illustraties in plaats van foto’s.
Aan het einde van alle testgesprekken kwam de ‘groene visual’ als beste uit de bus. Deze straalt enthousiasme, structuur en veiligheid uit.
Resultaat en reflectie
Er is nu een favoriete visual style gekozen door de doelgroep, die goed bij de cursus app past. Deze ga ik bespreken met Mathijs en Rene, om te kijken of zij de style ook passend vinden voor de app. Ze vonden het lastig om meteen een visual te kiezen. Daarom heb ik voorgesteld om moodboards te maken (bekijk stukje over moodboards). Vervolgens hebben we besloten om verder te gaan met de groene visual, omdat deze positiviteit uitstraalt.
Ik vond het erg leuk om de visual styles te ontwerpen. Al mijn verzamelde Pinterest inspiratie beelden kwamen goed van pas. Het was voor mij de eerste keer om een visuele style los van een prototype te testen bij de doelgroep. Voortaan ga ik dit zeker toepassen, zo weet je voorafgaand aan het testen van je Hi-fi prototype of de vormgeving de doelgroep aanspreekt.
Bronnen en bijlagen
Hi-fi prototype user-test
Mijn gemaakte Hi-fi prototype (lees ook Hi-fi prototype) wilde ik graag testen bij de doelgroep. Hiervoor kon ik weer terecht bij Brainport Assembly en Bufab Floss. Omdat ik de werknemers al kenden en zij mij was het makkelijk om de draad weer op te pakken, na de vorige keer. Ze konden nu echt de vordering in het ontwerp zien.
​
Ik wil er graag achter komen of de usability van mijn prototype goed is. Welke onderdelen begrijpen zij nog niet? Heeft de vormgeving een positieve werking op de motivatie en het humeur van de werknemers? Zijn deze type vragen goed te beantwoorden en is het duidelijk? Ik ga usability testing inzetten om achter deze antwoorden te komen. Hiervoor heb ik een A en een B prototype gemaakt. Aan het einde van de test wil ik graag een aantal feedback punten hebben, die ik kan verbeteren in het prototype. Dit zal het definitieve prototype zijn, het laatste onderdeel van mijn stage.
Voor het testen van het Hi-fi prototype heb ik een vragenlijst opgesteld (zie bijlagen). In deze vragenlijst staan opdrachten als: “begin met het eerste thema pesten”. Ik probeer ze een opdracht te geven die niet hun tot een actie dwingt. Door de vraag anders te stellen ontdek je fouten en onduidelijkheden in je ontwerp. Daarnaast film ik het scherm en de handen van de testpersonen (zie figuur 33 hieronder), om later terug te kunnen kijken waar ze vastliepen.
Na het doorlopen van de twee prototypes heb ik de testpersonen losstaand de verschillen tussen de schermen laten zien. Waarbij ik heb gevraagd naar hun voorkeur (zie testdocument in bijlagen).
Figuur 33: beelden van de Hi-fi prototype user-test bij Brainport Assembly, met Jeffery Schuurman en Jeroen Verstappen.
Het scherm waar extra informatie gevraagd wordt, was volgends de manager (Jan Bazelmans) niet goed doordacht. Als het gaat om anonimiteit en hij zou in een overzicht iemands leeftijd en afdeling zou zien, dan zou hij meteen weten wie het is. Vanuit de werknemers (Jeffery Schuurman en Jeroen Verstappen) werd bijvoorbeeld de tijdscirkel als vervelend ervaren. Het gaf hun een enorme tijdsdruk, alsof je het snel moet afmaken (lees alle uitkomsten in de bijlagen).
​
Als laatste onderdeel van de test heb ik de bedachte thema’s voorgelegd bij de doelgroep, om te vragen welke thema’s ze goed vonden passen en welke nog miste. Ze vonden allen de thema’s goed en bijpassend bij het onderwerp sociale veiligheid. Jan Bazelmans zou graag nog de algemene veiligheid aan de cursus toe willen voegen. Hierbij bedoelt hij bijvoorbeeld een veiligheidsbril dragen. Dit rijmt niet met het thema van de cursus. Dus het is goed om een soort uitleg over het onderwerp van de cursus te geven. Zodat mensen weten waar ze mee bezig zijn.
De usability test is succesvol verlopen. Ik heb veel feedback gekregen waarnaar ik het prototype kan aanpassen. Dit zijn de belangrijkste veranderingen:
-De persoonlijke informatie zoals leeftijd, zal niet getoond worden aan het management.
-De tijdscirkel gaat weg en de tijdbalk met ingekleurde streepjes blijft.
-Het uitleg vak bij emotie vragen wordt als optioneel getoond, mocht je dit niet graag willen delen.
-We spreken de deelnemer in de app aan met hun voornaam.
-Bij het event scherm hoef je geen aanwezigheid in te vullen.
​
Ik vond het erg leuk om weer met de doelgroep te kunnen praten over het project. Elke keer als ik met hen samenzit krijg ik veel nieuwe inzichten. Ook heb ik om leren gaan met verschillende soorten testpersonen, van manager tot werknemer. Daarnaast heb ik geleerd op welke manier Organiq resultaten documenteerd en in welk format zij deze plaatsen. Volgende keer zou ik zeker graag weer een usability test uit willen voeren.